Vertalingen swing around EN>NL
to swing around | draaien (ww.) ; iets omdraaien (ww.) ; kantelen (ww.) ; omkeren (ww.) ; rollen (ww.) ; ronddraaien (ww.) ; roteren (ww.) ; wentelen (ww.) ; zwenken (ww.) |
Bronnen: interglot; VlietstraVoorbeeldzinnen met `swing around`

Voorbeeldzinnen laden....